De schone molecuul van biodiesel
De markt voor biodiesel blijft groeien. Het volume van biobrandstofmengsels geleverd in de havens van Rotterdam en Singapore is per kwartaal verdubbeld van 230 kiloton in Q1-2023 naar 470 kiloton in Q4- 2024. Reders en bemanningen zijn goed te spreken over de prestaties. Zeker bij het gebruik van honderd procent biodiesel (B100) zijn de ervaringen positief. De brandstof zorgt voor schonere leidingen en minder onderhoud.
In gesprek met Johannes Schürmann van FincoEnergies, een leverancier van Goodfuels biobrandstoffen. Aanleiding is het rapport van TNO ‘Green Deal Validation: Sustainability and applicability of biodiesel for sea vessels’ dat eind 2023 is gepubliceerd. Wat zijn de inzichten en ervaringen vanaf die tijd?
Biodiesel in de praktijk
“Het TNO-rapport bevat nog steeds goed bruikbare cijfers over geteste specifieke lokale emissies. Intussen gaat de industrie door en haalt de conclusies uit het rapport -gelukkig- alweer in. Waar men aanvankelijk terughoudend was, is toepassing van biodiesel in de praktijk veel minder spannend gebleken. Vooral grotere zeeschepen (boven 5000 ton) maken volop, tot honderd procent, gebruik van biodiesel”, licht Schürmann toe. “Technische problemen bij het gebruik van biodiesel bleven zeer beperkt. De moleculen van biodiesel (MDF1) zijn schoner dan die van stookolie, wat zorgt voor schonere leidingen en dus minder schoonmaak van het brandstofsysteem. Alleen oudere schepen met mechanische motoren kunnen iets minder energieopbrengst ervaren bij het varen op biodiesel. Vooral bij slecht weer kan dat een punt zijn. Dit probleem kan deels worden opgelost door een mengsel met fossiele brandstof te gebruiken (om de verbrandingswaarde te verhogen), in plaats van 100% biodiesel. Nieuwere schepen met elektrische motoren ondervinden meestal geen prestatieverlies. Wel vraagt de opslag van biodiesel aan boord aandacht: bij lage temperaturen kan deze brandstof deels stollen vanwege zijn koudevloei-eigenschappen. Dit is een aandachtspunt voor -meestal kleinere- schepen die geen tankverwarming hebben. Toch hoeft het geen probleem te zijn, want elke ervaren leverancier van biobrandstoffen moet in staat zijn een biodiesel met de juiste koudevloei-eigenschappen aan te bieden die afgestemd is op specifieke machines en weersomstandigheden.”
Marktverschuiving dreigt naar Singapore
De grootste bunkermarkten voor biobrandstoffen bevinden zich momenteel in Singapore en Nederland. Waar in de Rotterdamse haven vooral B30 (30% biodiesel bijgemengd) en B100 wordt ingeslagen, is in Singapore B24 de standaard mengvorm.
Hoewel het totale bunkervolume van biobrandstofmengsels is verdubbeld, groeit de markt in Singapore, terwijl die in Rotterdam licht krimpt. Daarnaast speelt het Europese anti-dumpingtarief van ongeveer 35% op Chinese biodiesel een rol, waardoor de prijzen in Singapore aantrekkelijker zijn dan die in de EU. Aangezien het bunkeren van biobrandstof in Singapore buiten de reikwijdte van de anti-dumping heffingen valt, is er een ongelijk speelveld ontstaan: de kosten van biodiesel zijn in de EU aanzienlijk hoger dan in Azië. Gelukkig profiteren biobrandstof bunkerstations in Nederland nog van een marktincentive, waardoor de kosten voor reders ongeveer gelijk blijven in Rotterdam en Singapore.
Lees hier het rapport over de validatie van biodiesel: https://www.maritimetechnology.nl/nl/ons-aanbod/innovatie/greendeal/