NMT x Maritiem Museum: De Nederlandse scheepsbouw komt op stoom, deel 3
Het Maritiem Museum in Rotterdam bestaat 150 jaar. Om dit te vieren zijn er gedurende het jaar verschillende activiteiten. Het jaar wordt afgesloten met een tentoonstelling over scheepsbouw. In de aanloop naar deze tentoonstelling werken NMT en het Maritiem Museum samen aan een reeks artikelen. De Nederlandse scheepsbouw komt op stoom.
Het einde van het jaar nadert en daarmee ook de opening van de tentoonstelling ‘Te water!’. Het onderzoek voor deze tentoonstelling is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen het Maritiem Museum Rotterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam binnen het Rotterdam Centre for Modern Maritime History. Het centrum coördineert en stimuleert wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse scheepvaart na 1800. Speerpunten van onderzoek zijn de Nederlandse scheepsbouw, de Rotterdamse haven en haar verbinding met het achterland, en de Nederlandse offshore-industrie. Door de samenwerking met het Maritiem Museum kan het onderzoek gebruikt worden voor nieuwe tentoonstellingen, educatieprogramma’s en programmering van het museum.
Frank de Hoog en Peter Jan de Werk van het Maritiem Museum praten ons bij over de tentoonstelling en wat zij zelf geleerd hebben over de maritieme maakindustrie. “De tentoonstelling wordt gemaakt op basis van de resultaten van een onderzoek dat de afgelopen vier jaar heeft plaatsgevonden. In het onderzoeksprogramma zijn hier vier promovendi bij betrokken geweest”, vertellen ze. “We willen laten zien dat scheepsbouw niet uit Nederland verdwenen is, want we merken dat dat beeld is ontstaan rond de jaren ’80. Wij zien het als onze taak om te laten zien dat we in Nederland al vanaf de middeleeuwen heel goede scheepsbouwers in Nederland hebben. En dat dat altijd zo gebleven is.”
Die techniek en dat vakmanschap willen ze in de tentoonstelling naar voren halen, wat ook goed past bij de techniekeducatie als belangrijke pijler van het museum
Hulp van NMT en haar leden
“De scheepsbouw en hele maritieme maakindustrie zijn nog steeds heel belangrijk voor de economie van het land. Veel van de bezoekers van ons museum weten dat eigenlijk niet. Met deze tentoonstelling hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan dat besef.’’ De mannen van het museum zijn op de hoogte van de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. “De timing daarvan was heel mooi. Toen wij het over deze tentoonstelling hadden, sloot dat goed aan. We hopen op deze manier bij te dragen aan de zichtbaarheid van de scheepsbouw in Nederland.”
Hoewel het onderzoek de grondslag is voor de tentoonstelling, wilde het team van het Maritiem Museum er ook sfeer in brengen. “Het moet wel leven.” Om dit voor elkaar te krijgen, zijn ze bij verschillende scheepswerven op bezoek geweest. Dat noemen ze ‘inspratierondes’. “Het is onze taak om de vertaalslag te maken naar het publiek. Dat is iets wat niet vanuit een boek kan. Daarbij hebben we niet alleen contact gezocht met verschillende werven, maar ook met NMT. Mensen die dicht op het werk zitten, kunnen je veel meer laten zien en leren dan boeken en internet.”
De bezochte werven hebben niet alleen hun kennis en de feeling van de maritieme maakindustrie gedeeld met het Maritiem Museum. Ook komen enkele objecten en een deel van het beeldmateriaal dat te zien is in de tentoonstelling hiervandaan.
Golfbewegingen in de maritieme maakindustrie
Tijdens het voorbereiden van de tentoonstelling zijn veel verrassende ontdekkingen gedaan. “Iets wat ons erg opviel was de golfbeweging in de scheepsbouwsector. Er zijn perioden van groei en krimp, en innovatie en stilstand.” Deze golfbewegingen vormden de inspiratie om de tentoonstelling in drie delen te splitsen. “We beginnen met de periode tot 1870, dan de jaren tussen 1870 tot 1983 en tot slot de periode van 1983 tot nu.”
De tijdvakken zijn niet zomaar gekozen. “1870 is het begin van de Industriële Revolutie in Nederland. Engeland is ons voorgegaan en is eerder begonnen met het bouwen van schepen van ijzer en staal. Hierdoor daalde de vraag naar Nederlandse, houten schepen. De sector is door buitenlandse concurrentie ingehaald. In 1983 stort de sector opnieuw in na het Rijn-Schelde-Verolme debacle. Je ziet dat we goede en vooral grote schepen bouwen, maar door de wet van de remmende voorsprong ingehaald worden. Alleen toont deze terugkomende golfbeweging ook een bepaalde veerkracht. De sector komt altijd weer naar boven toe.”
Veerkracht en durf op cruciale momenten
“De Nederlandse scheepsbouwers vinden zich steeds opnieuw uit. Er is veerkracht, innovatiekracht, durf en ondernemerschap op de cruciale momenten in de geschiedenis. Dat willen we laten zien.”
Ben jij ook benieuwd geworden naar wat Frank en Peter Jan met hun collega’s neergezet hebben? Vanaf de kerstvakantie is ‘Te water!’ te zien in het Maritiem Museum in Rotterdam. Begin 2025 verschijnt het laatste artikel in deze serie.